Grondwet

De Nederlandse grondwet bevat de navolgende onderdelen, daar waar wij het onderdeel rood aceren menen wij dat er elders in de grondwet al voldoende waarborgen zijn opgenomen. De grondwet kan dan ook sterk worden vereenvoudigd.

  1. Gelijke behandeling en discriminatie­verbod
  2. Nederlanderschap; vreemdeling; uitlevering; recht tot verlaten van land
  3. Gelijke benoembaarheid
  4. Kiesrecht
  5. Petitierecht
  6. Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging
  7. Vrijheid van meningsuiting; censuurverbod
  8. Vrijheid van vereniging
  9. Vrijheid van vergadering en betoging
  10. Privacy
  11. Onaantastbaarheid lichaam
  12. Huisrecht
  13. Briefgeheim
  14. Onteigening
  15. Vrijheidsontneming
  16. Geen straf zonder wet
  17. Wettelijke toekenning rechter
  18. Rechtsbijstand
  19. Werkgelegenheid; rechtspositie werknemers; arbeid
  20. Bestaanszekerheid; welvaart; sociale zekerheid
  21. Milieu
  22. Volksgezondheid; woongelegenheid; ontplooiing
  23. Het openbaar en bijzonder onderwijs
Het SRP vindt dat de vertrouwensregel moet worden opgenomen in de grondwet, dit is nu niet het geval, het is een ongeschreven regel binnen het Staatsrecht en dat vinden wij vreemd.
De vertrouwensregel schrijft voor dat politiek bestuurders (in alle geledingen) moeten leunen op een meerderheid van een volksvertegenwoordiging. Doorgaans is dit dus een meerderheid in een gemeenteraad of Tweede Kamer, maar denkbaar is ook dat er door een Regering maatregelen worden afgekondigd waarvan het volk totaal niet op de hoogte was.
Een referendum kan dit 'rechtzetten', maar wij kennen dat instrument niet, als de vertrouwensregel wél in de grondwet zou staan kan daarop een beroep worden gedaan.

Probleem bij het aanpassen van de grondwet is dat twee Kabinetten zich dienen uit te spreken over een grondwetswijzging, dat betekent dat het al snel vier jaar duurt alvorens een wijziging kan worden opgenomen. Bovendien is er geen 50% maar een 66,67% meerderheid nodig in zowel de Eerste als de Tweede Kamer.
Alle eisen op een rijtje:
  1. De Regering of een of meer leden van de Tweede Kamer dienen een voorstel tot grondwetswijziging in.
    SRP: iedereen zou een grondwetsvoorstel in moeten kunnen dienen als dat draagkracht heeft, bijvoorbeeld een door 100.000 mensen getekende petitie.
  2. De Tweede en Eerste Kamer (ook wel de Senaat) nemen dit wetsvoorstel in eerste lezing aan met een gewone meerderheid.
    SRP: Waarom zo ingewikkeld, vraag gelijk om een 2/3 meerderheid.
  3. De Tweede Kamer wordt ontbonden en er worden verkiezingen gehouden. Hierdoor kunnen kiezers zich over de wijzigingen uitspreken.
    SRP: afschaffen, schrijf in plaats hiervan een referendum uit.
  4. Het in eerste lezing aangenomen voorstel wordt ingediend bij de nieuw gekozen Tweede Kamer. Deze moet het voorstel behandelen. Als de Tweede Kamer die gekozen is na goedkeuring in eerste lezing er niet over stemt, dan vervalt het voorstel automatisch.
    SRP: afschaffen, overbodig, zie het vorige punt.
  5. De Tweede en Eerste Kamer nemen het wetsvoorstel in tweede lezing aan met een 2/3 meerderheid. Zij kunnen het voorstel niet meer wijzigen.
    SRP: afschaffen, overbodig, zie het vorige punt.
  6. De Koning en een of meer Ministers of Staatssecretarissen ondertekenen het wetsvoorstel.
    SRP: laat de Koning hier buiten, het gaat om de politieke verantwoordelijkheid die toch al bij de Regering ligt.
  7. Publicatie van de wijziging in het Staatsblad. De wijziging treedt daarna direct in werking.
    SRP: afschaffen, immers, het is een bij ruime meerderheid genomen beslissing.
Vereenvoudig wetten, ook de grondwet! Geef de burgers meer 'echte' inspraak door referenda in te voeren.
Nederland kent geen rechtbank die oordeelt of een wet of regel grondwettelijk wel correct is. In artikel 120 van de grondwet staat: "de rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen."
...lees HIER verder...

Waarom dit platform?

Het SRP (sociaal-realistisch-platform) startte als een Internetbeweging, het is partij-onafhankelijk en wijst begrippen als 'links', 'rechts' en 'het politieke midden' af.

De politiek in Nederland kenmerkt sinds de Tweede Wereldoorlog in drie stromingen, te weten:
  1. De Christen-Democratie
  2. De Sociaal-Democratie
  3. Het Liberalisme
De PvdA, het CDA en de VVD verdelen sinds 1948 de politieke posten, als het ze uitkomt mogen kleinere partijen aanschuiven. Deze 'verdeel en heers' politiek leverde de burger de laatste decennia geen echte vernieuwingen op, wel crises.

Het sociaal-realisme richt zich op de burger, wat is werkelijk in zijn of haar belang?
Bij grote vraagstukken zal de burger om een dwingend advies moeten worden gevraagd middels een referendum waarbij de opkomst én de meerderheid minimaal 50% dienen te zijn.

Het sociaal-realisme heeft geen enkele binding met een bestaande politieke stroming.
Totdat deze website begon te publiceren over sociaal-realisme in de politiek was hier niets over te vinden.

Laat uw stem écht spreken en neem niet langer genoegen met enkele seconden democratie eens in de vier jaar.